woensdag 26 september 2012

Zelfs haar naam is mooi


Campagne voeren is echt heel leuk. Maar jezus wat is het ook druk! Ik ben pas een kleine week bezig, maar nu al beheerst ze mijn leven. Ik droom over haar. Zeg wat zij zou zeggen. Eet wat zij zou eten. Ik luister zelfs naar haar naam. Penelope.

Natuurlijk kijk ik hoe de andere Penelopes het doen. Het zijn er meer dan 200. Sommigen doen het fantastisch. Sommigen zijn gewoon leuk. En sommigen zou ik in reallife niet aardig vinden. Denk ik. Want campagne is oorlog. Misschien is de Penelope die nu lelijke dingen roept over de andere kandidaten in het echt wel heel lief en zorgzaam.

Misschien is Geert Wilders in het echt ook wel heel lief en zorgzaam. Geeft hij de plantjes van de buren water als ze op vakantie zijn. Maar tijdens debatten schroomt hij niet om een tackle van achteren te maken op zijn tegenstanders. 

Misschien had PNOzorg dat ook moeten organiseren. Een Penelopedebat. ‘Dus Penelope151... Stel. U mocht 1 social medium kiezen om te gebruiken. Welke zou dat zijn?’ ‘De kracht zit hem juist in de combinatie van social media. Elk medium is heel goed in 1 ding. Door een koppeling te maken...’ ‘U beantwoordt de vraag niet. Ik stel hem nog een keer. U mag er 1 kiezen.’ Daarna worden de Penelopes links van de zaal tegenover de Penelopes rechts van de zaal gezet om het thema ‘de invloed van de media’ te bespreken. Penelope uit Haren begint te huilen. De Penelope die om de hoek woont van fc Groningen draait haar hoofd weg. Iedereen heeft een mening. De een komt nog creatiever uit de hoek dan de ander. Het eindigt in 1 grote schreeuwpartij want iedereen wil gehoord worden. En vervolgens pakken alle Penelopes hun emmer met modder onder de tafel vandaan en beginnen te gooien.

Zo zag mijn droom er vannacht dus uit. Je kan in ieder geval niet zeggen dat ik er niet fanatiek mee bezig ben.

En ik kan het niet vaak genoeg zeggen: je kan iedere dag stemmen!!


vrijdag 21 september 2012

Wie is Penelope?


Laat, maar gelukkig niet te laat, kwam ik achter de zoektocht naar Penelope. Een man of vrouw die het komende half jaar verwacht wordt op heel veel feestjes en partijen. En daarvoor betaald krijgt. En een auto erbij krijgt. En een iPad om alles via social media te delen met vrienden, vriendinnen en ieder ander meelezend mens. Klinkt als een heel vervelende job...

Dus ik heb me gelijk aangemeld om Penelope te worden! Want ik hou wel van vervelende jobs. Eindeloos socializen en nieuwe mensen ontmoeten! Vreselijk. Heb nog een cosmetische ingreep overwogen om mijn Spaanse looks wat op te halen, maar uiteindelijk maar besloten om gewoon vet campagne te gaan voeren. En een vette campagne is nodig want ik loop slechts 900 stemmen achter op de nummer 1. Gelukkig mag ik ook achtste worden om de finale te bereiken.

Ik merk dat ik echt rete enthousiast ben. Hele marketingstrategieën ontpoppen zich in mijn hoofd. Sorry mam, blijkbaar had ik liever anders geheten. Ik ga ervoor om op 9 oktober mijn naam te mogen veranderen in Penelope. Want Penelope is cool. En creatief. En houdt van mensen. En van feestjes. En van vrolijkheid. En hopelijk ook van een beetje gekkigheid. En wijn? Zou Penelope wijn drinken? Of eerder iets tropisch, Safari met ijs ofzo? Neuh, wijn moet goed genoeg zijn. Ook voor Penelope. Ik denk ook dat ze sportief is. Wielrennen ofzo? Hardlopen? Juicht ze voor Oranje?

Zie je wel, dat kan geen toeval zijn. Ik ben Penelope.

Dus help mij aan die naamswijziging en stem hier op mijn toekomst! 

maandag 13 februari 2012

Gezelligheidsdier of parasiet?



Roken is uit. Passé. Roken is zo 1980. Ofzoiets. Mijn generatie is in ieder geval en masse gaan roken op 12-jarige leeftijd. Waarom? Ik weet het niet meer. Het leek wel een vast  gegeven tijdens het opgroeien. Hoesten en proesten na die eerste haal over je longen. Oefenen met rondjes blazen voor de spiegel. Uit kostenoverweging beginnen met shag. Niet goed worden van die sliertjes shag in je mond dus toch maar sigaretten. Die kleine pakjes Camel-10 waren schattig. Maarja, iedereen rookte, dus één rondje geven en je pakje was leeg. Binnen een half jaar rookte ik. Gewone pakjes in een gewoon tempo. Vijf gulden en tien cent betaalde ik voor een pakje Marlboro medium.

Tot mijn twintigste was ik een onbezorgde roker. Genoot van elke sigaret. Maar er komt een moment – en elke roker zal dat herkennen – dan wil je niet meer. Maar toch ook wel. Maar liever niet. Maar het is zo lekker. Maar het kost zoveel geld. Maar het geeft je rust. Maar het is zo verdomd ongezond. Het gevecht begint. En stopt niet meer. Dan pas besef je wat je jezelf op 12-jarige leeftijd bezorgd hebt. Een eeuwigdurende strijd.

Soms lukt het om te stoppen. Even. Het begin is zwaar. De wilskracht helpt je er doorheen en dan voel je je onoverwinnelijk. Je vrienden uitlachen die in de stromende regen naar buiten gaan. Voor een peuk! Lekker diep adem kunnen halen. Zonder problemen je sportwedstrijd uitspelen. Geen kauwgom meer nodig. Heerlijk. En hoe gezonder je je voelt, hoe meer de trek in een sigaret weer komt opspelen. Alsof er een duveltje op je schouder zachtjes in je oor fluistert waarom je vooral wel die ene sigaret weer moet opsteken. Het begint altijd weer met 1 sigaret. Op een uitermate gezellige avond. Vaak in combinatie met een wijntje of biertje. Want alcohol en sigaretten zijn handlangers.

Naast mijn vrij in te vullen werkbestaan als freelance schrijver, breng ik ook nog twee dagen door op kantoor. Het zijn twee uitersten. Deel ik aan de ene kant mijn tijd volledig zelf in, aan de andere kant moet ik zelfs klokken om mijn werktijd vast te leggen.
Rokers zijn al niet populair meer. (We houden tegenwoordig meer van duurzame veganisten die smoothies drinken in plaats van die wijndrinkende rokers die te hard lachen in de kroeg) Maar op kantoor is het helemaal erg. Daar voel je je echt de parasiet van het gebouw. Collega’s hebben liever niet dat je rookt voor de deur. Eigenlijk hebben ze liever dat je helemaal niet rookt. Stinkende tijdverspilling. En als je dan toch per se moet, loop dan maar een blokje om. En wel uitklokken he?!!! Want niet-rokers werken nu eenmaal veel harder. Die roken niet. En ze kletsen niet. Halen geen koffie. Eten geen gebak. Doen niet aan wordfeud. Of beheren geen smurfendorp. Zitten nooit op internet…

Ons kantoor heeft 1 rookruimte. Binnen. Soort van. Op de bovenste etage. Vloer, plafond en vier muren. Meer niet. Ook niet minder. Prima ruimte. De directie wil rokers ontmoedigen. Geen muziek. Geen loungebank. Geen vrolijk beschilderde muren. Alsof we daar om geven. Alsof we ons nu wel drie keer bedenken voordat we een sigaret gaan roken. Alsof je rokers streng aan moet pakken, anders werken ze niet. Hangen ze de hele dag in dat hok. Want daar staan wij nicotinejunkies natuurlijk het liefst. Volgens de wijze heren van de directie dan. Dus als de temperatuur richting -7 gaat buiten en het niet geïsoleerde rookhok gewoon meegaat met die temperatuur, laten ze je tandenklapperend met blauwe lippen staan. Eigen schuld, dikke bult! Moet je maar stoppen! Moet je maar werken! En waag het niet te klagen over een onleefbare rookruimte, het expres benadelen van een bepaalde groep medewerkers en een verhoogde kans op ziekteverzuim, want het antwoord ligt al klaar: roken, dat is pas slecht voor je!

Persoonlijk ben ik meer van de positieve benadering. Niet een ontmoedigingsbeleid tegen het roken, maar een aanmoedigingsbeleid om te stoppen. Bijvoorbeeld. Want we willen er allemaal van af! Roker ben je voor het leven. Hoe sterk moet je zijn om die verleiding de rest van je leven te weerstaan? Ik geloof dat ik het heus wel kan. De vorige keren vond ik het toch ook heerlijk om niet te roken?! Nou dan. Ik ga ervoor. Morgen. Of volgende week. Binnenkort in ieder geval.

Bijkomend voordeel: als niet-parasiet heb ik in ieder geval tijd genoeg om smurfenpizza’s te bakken en smurfengraan te oogsten. Gewoon. Onopvallend. Achter mijn beeldscherm. Netjes ingeklokt.